[msch. republiek in ZuidAmerika. Hoofdstad: Santiago.
1. Aardrijkskundig. 741 300 km2. De Atacama Woestijn in het noorden heeft rijke salpeterlagen; het subtropische midden neemt door de groeiende landbouw, tuinbouw en de veeteelt een steeds voornamere plaats in; in het zuiden, waar de regenval toeneemt en het klimaat guur is, worden veel schapen gehouden. 5 192 000 inwoners, Spaans sprekende katolieken.
2. Geschiedkundig. Chili werd 1535 door ALMAGRO voor Spanje veroverd, doch de Araukaniërs waren eerst 1792 onderworpen. In 1818 maakte het zich tot onafhankelijke republiek, die door burgeroorlogen vijf en twintig jaar werd geteisterd; 1879-1884 gelukkige oorlog tegen Bolivia en Peru voor de salpetermijnen in de Atacama Woestijn. In de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) bleef Chili neutraal. In 1929 moest het het Tacnagebied, ten noorden van Arica (10 000 km2, 23 000 inw.) aan Peru afstaan. Niettegenstaande gunstige konjunkturen, geraakten zijn financiën, door verspilling van hoge staatsambtenaren, de laatste jaren in het ongerede. Ook anarchistische opstootjes kwamen af en toe voor.