I. b r a h m a Eig. toverspreuk.
II. Metn. [omdat men meende door toverspreuken zelfs de goden te kunnen dwingen]
1. Algm. het Ene, de Onvergelijkelijke Goddelijke Substantie.
2. Inz. eerste der drie volksgoden van de drieëenheid of Trimoerti.
Gepubliceerd op 29-06-2020
Brahma
betekenis & definitie