(bə'le:dəgən) (beledigde, heeft beledigd) [leed]
1. iemand in zijn eergevoel aantasten : zich diep beledigd gevoelen. Syn. beschimpen, bespotten, honen, krenken, kwetsen, smaden, smalen, verguizen, wonden. Tgst. eren.
2. kwetsen : het beenvlies is beledigd.