('ba:kәr)
I. Eig. v. (-ten) langwerpige lage mand, waarin voorheen de baker met het kind zat, om dit te verzorg e n. -
II Metn. vroegste jeugd: van de af. III. Metf. I. land, plaats waar men geboren is. 2. land, plaats van oorsprong of wording : de der beschaving.