(archi’me:des) wis- en natuurkundige. ° ± 287 v. K. te Syracuse, bij de verovering der stad door de Romeinen 212 door een soldaat gedood.
Hij bepaalde de verhouding van de cirkelomvang tot de diameter, van de inhoud van de kegel tot de omschreven cilinder; berekende de oppervlakte van de cirkel, de inhoud van de kogel, de kegel en de cilinder; ontdekte de Wet van Archimedes en vond de hevel uit, alsook de kurketrekker, de schroef zonder eind en de ➝ schroef van Archimedes om water omhoog te brengen. Bekend is zijn gezegde dat hij de aarde uit haar naven zou gelicht hebben, wanneer hij slechts een hefboom van voldoende lengte had en een vast punt om hem er op te plaatsen. Enc. Vitruvius vertelt van hem de volgende anekdote. Koning Hiëroon van Syracuse had aan Archimedes opgedragen te onderzoeken of een gouden kroon, hem voor de bouw van een tempel geschonken, door de goudsmid, gelijk hij vermoedde, met een ander metaal vervalst was. Die vraag hield Archimedes dag en nacht bezig, zelfs in het bad, en toen hij eens opmerkte, dat zijn lichaam daarin een bepaalde hoeveelheid van zijn gewicht verloor, was hij zo verheugd dat hij uit het bad naar huis rende om de proef op de som te nemen, steeds roepende heurèka [Gr. ik heb het gevonden]. Hij had inderdaad de Wet van Archimedes gevonden die zegt: het schijnbaar gewichtsverlies van een ondergedompeld lichaam, is gelijk aan het gewicht van de verplaatste vloeistof.
Verloor dus de kroon in het water meer aan gewicht dan een even zware klomp massief goud, dan was dit het bewijs dat, onder het goud, een licht metaal gemengd was, want in dit geval verplaatste de kroon meer water, al had zij ook het vereiste gewicht. Het verhaal als zou Archimedes met behulp van grote brandspiegels, de Romeinse schepen bij het beleg van Syracuse in brand hebben gestoken, is wsch. eerst in de XIIde eeuw ontstaan.