1. Ligging.
Antwerpen strekt zich uit op beide oevers van de Schelde waaronder twee tunnels, de meest noordelijke voor voertuigen, de andere voor voetgangers. Het zeetij is er nog merkbaar. Vlieghaven: Deurne.2. Oppervlakte der gemeente Antwerpen: 8619 ha. Groot-Antwerpen d. i. Antwerpen met de omliggende gemeenten Berchem, Borgerhout, Deurne, Hoboken, Merksem, Mortsel en Wilrijk, is ± 16 000 ha groot.
3. Bevolking van de gemeente Antwerpen 258 000 inw. Spotn. sinjoren. Groot-Antwerpen heeft een bevolking van meer dan 500 000 inw.
4. Nijverheid. Metaalnijverheid o. a. telefoon- en telegraafapparaten, scheepsbouw, automobielen; voedings- en genotmiddelen o.a. biskwies, chocolade, suiker(waren); diamantslijperijen, kledingindustrie, boekindustrie, hout- en meubelnijverheid, chemische industrie, textielnijverheid, tabaks- en sigarennijverheid, papiernijverheid, leder- en schoenindustrie, aardewerkfabrikage, petroleumraffinaderij.
5. Bezienswaardigheden. Steen (Xde eeuw), Onze-Lieve-Vrouwekerk (XIVde, ➝ Appelmans) de grootste kerk der Nederlanden met 7 beuken en een 123 m hoge toren, Quinten Matsijs-put (XVde), St.-Jakobskerk (XVde), Stadhuis (XVIde), Gildenhuizen op de Grote Markt (XVIde en XVIIde). Vleeshuis (XVIde), St.-Pauluskerk (XVIde) met eigenaardige Kalvarieberg, St.-Andrieskerk (XVIde), St.-Caroluskerk (XVIIde). Augustijnenkerk (XVIIde), Plantijn Museum (oude drukkerij), Beurs (1872), Nederlandse Schouwburg, Nationale Bank, Vlaamse Opera, Paleis van Justitie, St.-Michielskerk, Museum voor Vlaamse Volkskunde, Hogere Handelsschool St. Ignatius, Centraalstation, Dierentuin, Museum voor Schone Kunsten, Park, Wandelterras langs de Schelde, Nieuwe dokken, Museum voor Vlaamse letterkunde. Torengebouw op de Meir (hoogste gebouw van Europa).
6. Beroemde personen. Hadewijch (?), Appelmans, Matsijs, Clement, Bijns, C. en F. De Vriendt, Plantin, Ortelius, Venius, Gramaye, Rubens, van Dijck, de twee Teniers, Duquesnoy, Snijders, Sanderus, Quellijn, De Crayer, Jordaens, Papebroch, Vanrijswijck, Leys, Wappers, Conscience, Benoit, Blockx, Lambeaux, Coremans.
7. Geschiedenis. Volgens de legende heerste eens reus Antigoon, van uit zijn versterkte kasteel, over de Schelde. Ieder voorbijzeilend schip hield hij aan en vorderde een hoog tolgeld; bevredigde dit hem niet, zo hakte hij de handen der schippers af en wierp ze in de rivier. Salvus Brabo, (standbeeld vóór het stadhuis) een jonge held, daagde de reus ten strijde uit, overwon hem en wierp ook zijn handen in de Schelde: vandaar de naam (h)antwerpen. De oudste geschiedkundige berichten dagtekenen uit de VIIde eeuw. De HH. Amandus en Willibrordus predikten er het Evangelie. In de IXde eeuw verwoestten de Noormannen de stad. In 1315 werd zij in de Hanze opgenomen; in 1318 zeilden de eerste Venetiaanse, in 1324 de eerste Genuese schepen de haven binnen. Door het verval van Brugge, op het einde der XIVde eeuw, verplaatste zich de handel naar Antwerpen, dat in het midden der XVIde eeuw de eerste handelsstad der wereld was. Het telde toen meer dan 200 000 inwoners; 2 à 300 schepen kwamen er wel eens op dezelfde dag voor de kaden en de stad bezat 4500 eigen schepen; 17 verschillende natiën hadden er faktorijen; in 3 maanden werden er meer zaken gedaan dan te Venetië in twee jaar; de kunsten bloeiden er en de Italiaanse geschiedschrijver Guicciardini noemde haar „de bloem en de meest bevoordeelde aller steden der aarde”. De Tachtigjarige Oorlog was het begin van haar verval; de Spaanse Furie (1576) en de inneming door A. Farnese (1585) joegen Antwerpens beste krachten naar het Noorden en haar handel stierf geheel, toen 1609 de Schelde werd gesloten. Eerst in het begin der XIXde eeuw kwam er weer leven, toen Napoleon nieuwe dokken bouwde. In 1832 verdedigde de Nederlandse bezetting onder generaal Chassé (6000 man) de citadel één maand lang tegen de Fransen (70 000 man). Bij de vrede in 1839, bleef de Schelde geopend tegen een tol, die 1863 werd afgekocht. In het begin van de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) werd Antwerpen door de Duitsers (9 okt. 1914) ingenomen. Tijdens die oorlog kwijnde de handel, doch daarna nam hij weer een hoge vlucht. In 1928 was de nieuwe uitbreiding der haven voltooid en werd de Kruisschanssluis in gebruik gesteld. In de Tweede Wereldoorlog (1939-1945) werd de stad van 1944 tot 1945, een half jaar lang, met Duitse vliegende bommen bestookt, wat niet belette dat zij geheel die tijd en ook later als grote oorlogshaven der Geallieerden dienst deed.