(al'ba:niә) republiek op de Balkan 28.000 km2, 1.210.000 inw., meest mohammedanen, 10% katolieken; nog onbeschaafd en oorlogszuchtig (bloedwraak). Hoofdstad: Tirana.
Uitvoer: olijfolie, wol.Geschiedenis. In de Oudheid deel van Romeins Illyrië. 1443-1468 vrijheidsoorlog onder SKANDERBEG, die het land van het Romeinse juk bevrijdde; sinds 1479 Turks; na de 2de Balkanoorlog (1913) zelfstandig vorstendom (prins WILLEM VON WIED).
Van 1925 tot 1928 was Albanië een republiek onder ZOGOE die 1928 tot koning werd uitgeroepen en dit bleef tot 1939, toen het land door Italië werd bezet en er mede verenigd door een personele unie. Tijdens de Tweede Wereldoorlog (1939-1945) hielden de Italianen en de Duitsers het in hun macht. In 1944 werd het bevrijd en sedert 1946 is het weer een republiek.
