Over het algemeen heeft het vroege jodendom geen wezenlijk ander wereldbeeld gehad dan in de omringende culturen gangbaar was. Wel kan men vaststellen dat, terwijl in Tenach de wereld nog meestentijds positief als Gods goede schepping wordt gewaardeerd, in het nabijbelse jodendom die visie onder spanning komt te staan omdat zich in bepaalde, met name apokalyptische kringen (Apokalyptiek) een aanmerkelijk negatievere visie op de huidige wereld ontwikkelt en men de goede schepping pas weer hersteld ziet worden in het eschaton; vandaar de tweedeling tussen de ‘huidige wereld’ (‘olam ha-ze) en de ‘toekomstige wereld’ (‘olam ha-bd), die met name in het rabbijnse jodendom standaard geworden is.
Deze sombere visie op de huidige wereld is door het vroege christendom overgenomen.