Jodendom van A tot Z

Prof.dr. Pieter W. van der Horst (2006)

Gepubliceerd op 14-02-2024

Pseudepigrafen

betekenis & definitie

(teksten die zijn geschreven onder een pseudoniem), benaming voor een grote groep joodse geschriften die meestal in de overlevering fictief worden toegeschreven aan grote figuren uit het bijbelse verleden, maar in feite stammen uit de periode van de derde eeuw v. C. tot de tweede eeuw n.

C. De bedoeling van deze pseudepigrafie was waarschijnlijk het prestige van het geschrift te vergroten. Onder de pseudepigrafen valt o.a. de Henoch-literatuur, de geschriften op naam van de aartsvaders Abraham, Izaak en Jakob, de Jozef-literatuur, de Mozes-literatuur, in zekere zin ook de Hechalot-literatuur etc. De meeste geschriften in deze kategorie zijn niet in joodse maar in christelijke kring overgeleverd, met als gevolg dat vele werken door christelijke overschrijvers geïnterpoleerd zijn om er een christelijk karakter aan te geven.In sommige gevallen zijn die interpolaties gemakkelijk te ontdekken en te verwijderen, maar in andere gevallen is de christelijke bewerking zo grondig dat de scheidslijn tussen joods origineel en christelijke bewerking niet meer is te ontwaren, zodat men soms moet spreken van christelijke geschriften op basis van joodse motieven. Het belang van deze geschriften is met name dat zij ons inzicht geven in vormen van joods geloof die dikwijls later door de rabbijnen veroordeeld zijn maar die wel degelijk onder het volk leefden. De studie van de pseudepigrafen, lange tijd een stiefkind van de joodse studiën, heeft sinds de jaren ’60 van de vorige eeuw een grote opbloei meegemaakt.

< >