een joodse vrouw uit de eerste helft van de tweede eeuw n. C. wier persoonlijke archief in 1961 is teruggevonden in de grotten van Nachal Chever (in de woestijn van Judea).
Het bevond zich in een tas die haar privé-documenten bevatte die van overwegend juridische aard zijn (contracten, eigendomsbewijzen, huwelijksacten, voogdijacten, processtukken) en geschreven in het Grieks (26), het Aramees (3), en het Nabatees (6). Babata had deze documenten in de grot verstopt tijdens de Bar Kochba-oorlog. Ze geven een uniek inzicht in het leven van een niet-onbemiddelde joodse vrouw uit die tijd. Opvallend is dat in geen van deze tientallen documenten er ook maar één verwijzing naar de joodse godsdienst te vinden is.