Jagersvereniging

Artikelen van de Jagers Vereniging

Gepubliceerd op 27-04-2016

Canadese gans

betekenis & definitie

Canadese ganzen zijn de grootste ganzen in Nederland. Het zijn exoten. In Nederland komen de grote en kleine canadese ganzen voor waarvan de grote het meest algemeen is. Er worden vele ondersoorten onderscheiden die in het veld lastig te herkennen zijn.

De Canadese gans komt vooral voor in gebieden met open water en graslanden, maar is in tegenstelling tot veel andere soorten ook in bosrijke gebieden te vinden. Canadese ganzen begrazen graslanden en graangewassen zoals zomertarwe. De soort wordt regelmatig aangetroffen foeragerend met andere ganzensoorten, zoals grauwe ganzen, brandganzen en kolganzen. De Canadese gans bouwt nesten op de grond, meestal zijn deze goed verscholen. Ook zijn er nesten op daken van gebouwen waargenomen. Wanneer nesten worden gebouwd in moerassige delen van veenweidegebieden (Zuid-Holland) of langs vennen (Brabant) worden graslanden in de omgeving gebruikt om te foerageren. Tijdens de rui verzamelen Canadese ganzen zich in groepen. In de delta gebeurt dit vaak op of nabij open water, terwijl omliggende kortgrazige graslanden worden gebruikt om te foerageren. In polders en binnenwateren kunnen de vogels zich echter ook verschuilen in het riet of lange vegetatie. In Noord-Nederland bevinden alle ruiplaatsen zich in gebieden met open water. Dit kunnen grote plassen zijn maar ook zandgaten of parkvijvers. Veel ruiplaatsen liggen op plekken waarvan bekend is dat er veel ganzen broeden.

Candese ganzen komen in heel Nederland voor als broedvogel maar vooral in laag-Nederland. De broedpopulatie bedraagt minimaal 5000-11.000 paren (2012). In 2014 werden 43.000 overzomerende canadese ganzen geteld.