Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

VUURSCHE

betekenis & definitie

gemeenlijk de Vuurt genaamd, eene Heerlijkheid en Dorp, in het Kwartier des Stichts van Utrecht, Eemland geheeten. De Heerlijkheid, die tweehonderdënvijftig Morgens gronds bestaat, grenst ten Noorden aan het Baarnsche Veen, en ten Oosten aan Eemnes binnensdijks. Voorts wordt de Heerlijkheid in hooge en laage Vuursche onderscheiden.

De eerste afdeeling, leggende in ’t Noorden, is veelal bergagtig; de andere doorgaans moerassig en van goede Veengronden voorzien. Reeds van ouds was de Turf bekend en vermaard, die uit de Vuursche Veenen gegraaven wierdt. Het Dorp, in deeze Heerlijkheid gelegen, is klein, doch pronkt evenwel met een fraai Kerkje, zijnde een Kruisgebouw, welks vier hoeken even verre uitsteeken. Midden uit het dak rijst een klein spits torentje. De Kerk, die omtrent het Jaar 1650 gebouwd wierdt, wordt door haaren eigen Leeraar bediend.

< >