Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 15-03-2024

SPRANGER, BARTHOLOMEUS

betekenis & definitie

een vermaard Nederlandsch Kunstschilder, van goeden huize, als zijnde de Zoon van een aanzienlijk Koopman te Antwerpen. Hij leefde in de Zestiende Eeuw, en overleedt in het einde van dezelve, of in het begin der Zeventiende Eeuwe. De stemme der Natuure, over de bestemming, welke zijn Vader over zijn tijdlijk beroep gemaakt hadt, zegepraalende, wees den weg tot zijn bedrijf.

Men wilde hem tot den Koophandel opleiden. Doch terwijl de Jongeling zich in de Rekenkunst moest oeffenen, zag men menigmaalen hem zijne Cijferboeken met krijt beschilderen. Dit wierdt bij den Vader opgemerkt, en bewoog denzelven, de leiding der Natuure te volgen. Hierom besteedde hij zijnen Zoon bij een Schilder van zijne kennisse. Binnen korten tijd maakte hij hier zeer aanzienlijke vorderingen. lntusschen oeffende hij zich vlijtig in de Verdichtzelkunde der aloude Heidenen, om alzo zijnen geest te verrijken met denkbeelden, welke hij vervolgens, in zijne meesterlijke tafereelen, uitdrukte. Naa een geruimen tijd oeffenens in zijne geboortestad, deedt hij eenen keer na Frankrijk, alwaar hij, eenigen tijd, bij den Hofschilder der Koninginne Moeder, onderwijs genoot. Van daar begaf hij zich na Milaan.

Een dans van Tovenaaren, eene vrugt van zijne eigene uitvinding, bragt hem aldaar in kennis met den Kardinaal VAN FARNESE. Deeze stelde hem te werk, om zijn Kasteel te Caprarola te beschilderen, en boodt hem vervolgens Pause PIUS DEN V aan, die hem insgelijks te werk stelde, en in zijn Paleis Belvedere een verblijf gaf. Onder de stukken, welke hij hier vervaardigde, bewonderde men inzonderheid eene afbeelding van het Laatste Oordeel, op eene Koperen plaat van zes voeten in het vierkant. Men ziet in het Stuk niet minder dan vijfhonderd, menschentroniën, allen van, elkander naauwkeurig onderscheiden. Naa ‘s Paussen overlijden, wierdt het schilderstuk bij het graf van Zijne Heiligheid ten toon gehangen. Daarenboven schilderde hij verscheiden Kerken Altaarstukken.

Naa den dood van gemelden Pause, ontboodt de Keizer MAXIMILIAAN DE II onzen Kunstschilder na Weenen. Hier schilderde hij, in het zo genaamde Faizantenhof, verscheiden gebeurtenissen uit de Geschiedenis van het Lijden des Zaligmaakers. Keizer RUDOLF, opvolger van MAXIMILIAAN, hieldt onzen sPRANGER insgelijks in dienst. De schikking der Praalboogen, dienende ter verheerlijkinge der staatelijke Intrede van den nieuwen Keizer te Weenen, was het eerste werk, 't geen hij, in zijnen nieuwen dienst, volvoerde, Zo naijverig was RUDOLF op de Stukken, welke SPRANGER, van tijd tot tijd, voor hem vervaardigde, dat hij, om hem de gelegenheid, om ook voor anderen te schilderen, te beneemen, zijnen Hofschilder, op alle zijne reizen, medevoerde.

Diensvolgens verzelde SPRANGER, in den Jaare 1582, het Hof na Augsburg, toen aldaar een Rijksdag gehouden wierdt. Naderhand begaf hij zich, in ‘s Keizers gevolg, na Praag, alwaar hem een verblijf in het Paleis wierdt aangeweezen. Behalven aanzienlijke geschenken, vereerde hem hier zijne Keizerlijke Majesteit met den titel van Edelman. Ouderdom en lichaamszwakheid bewoogen hem, eindelijk, zijn ontslag te verzoeken. Hij verkreeg het, en deedt eene reize na zijn Vaderland. Van daar te Praag zijnde wedergekeerd, leefde hij ’er nog eenigen tijd, en overleedt, eindelijk, in hoogen ouderdom.

Zie VERMANDEN.

< >