SCHAAP, (Mr. PIETER JAKOBSZOON) Dat het Geslagt, waar van wij nu eenige Leden vermeld hebben, al vroeg, de goede zaake der Vrijheid in den Godsdienst, en, diens volgens, ook in den Burgerstaat, is toegedaan geweest, en als zodanig, nog heden ten dage, bij allen, welke die edele panden op prijs waardeeren, in dankbaare naagedagtenisse moet gehouden worden, kan het wedervaaren van deezen waardigen Burger leeren.
Nevens PAUW, DE GRAAF en andere wakkere Voorstanders der gezuiverde Leere, hadt hij, al vroeg, naa het doordringen van het licht der Kerkhervorminge in deeze Gewesten, zijnen ijver betoond, door bet begunstigen en bijwoonen der Preeke, tijdig en ontijdig, in deeze en geene oorden om en in Amsterdam. Van hier dat hem soortgelijk lot, als de straks genoemden en anderen, bejegende: indaaging, en, bij niet verschijning, ballingschap uit het Vaderland. De misdaad, waarom zulk een grievend Vonnis over hem geveld wierdt, was hier in gelegen "Dat hij de Preeke (der Onroomschen of Hervormden) gestadig bijgewoond, en onder dezelve, of ook wel bij de huizen, aalmoezen hadt verzameld; dat hij, door kwaadspreken van de Wethouderschap" (zo noemde men ’s Mans veroordeeling der strenge en wederregtelijke maatregelen, die, ten dien tijde, door de Regeering bij de hand genomen wierden) "het volk tot oproer hadt aangezet; dat hij tegenwoordig was geweest in de Vergaderingen van die van den nieuwen Godsdienst" (dus noemde men toen de Hervormden) "in welke een Verzoekschrift aan den Prinse VAN ORANJE, om vrije oeffening van den Godsdienst in de Minderbroederskerk, ontworpen was; dat hij zelfs eenige goede Roomsch-Katholijken hadt zoeken te beweegen, om onder dit Verzoekschtift hunne hand te tekenen; dat hij, eindelijk, zeer gemeenzaame verkeering hadt gehouden met DIRK VOLKERTSZOON KOORNHERT, eenen der voornaamste Voorstanderen van den nieuwen Godsdienst, en ten wiens huize de bijeenkomsten der Sektarissen of Scheurmaakers gehouden wierden." Op den tweeëntwintigsten April des Jaars 1569 wierdt dit Vonnis over Mr. PIETER SCHAAP uitgesproken. Nevens andere voornaame ballingen, zal hij, veelligt, zich na Embden of Hamburg begeeven hebben. Op de Regeeringslijst van Amsterdam, ontmoeten wij, op het Jaar 1583, en nog eens op het Jaar 1586, onder de Schepenen, eenen JAKOB SCHAAP PIETERSZOON, waarschijnlijk den Zoon van onzen balling.