Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 09-12-2022

Pampus

betekenis & definitie

PAMPUS, eene vermaarde Droogte, in de Zuiderzee, voor den mond van het Y, zeer belemmerende voor de Scheepvaart van Amsterdam, naardien de groote Schepen over de ondiepte moeten geholpen worden, door het lossen van een gedeelte hunner Laadinge in Ligters, of anders daar over gesleept, door Waterschepen, of door middel van zekere zwaare gevaarten, Kameelen genaamd, welke onder de Schepen gezet, met water gevuld en voorts ledig gepompt worden. Op deeze wijze ligten zij de Oorlogschepen en die der Oostindische Maatschappije tot een genoegzaame hoogte, om tot in diep water te kunnen drijven.

< >