Overbeek

betekenis & definitie

BONAVENTUUR VAN OVERBEEK, een vermaard Amsterdamsche Kunstschilder, doch die zijne edele begaafdheden door een losbandig gedrag bezoedelde, wierdt gebooren in den Jaare 1660. Eene overhellende zucht voor de Oudheid deedt hem vooral zich toeleggen op het schilderen van stukken uit de oude Geschiedenissen. Daarenboven vondt hij veel smaak in de overblijfzels der vroegere dagen, in Italie nog voorhanden. Om zijne neigingen te ruimer bot te vieren, deedt hij, tot driemaalen, eene reize na Rome, en keerde telkens van daar te rug met eene verzameling van tekeningen, afgietzels en bootseerzels der Oudheden van Italie. Zedert arbeidde hij aan een groot Plaatwerk, 't welk hij Overblijfzel van oud Rome wilde genoemd hebben, doch niet tot volkomenheid gebragt heeft. Door eene ongebondene leevenswijze verhaastte hij zijnen dood, welke, in het zesenveertigste jaar zijns ouderdoms, voorviel in zijne Geboortestad . Naa 's Mans aflijvigheid, wierdt de uitgave van het straks genoemde Kunstwerk door anderen bezorgd.