Occo

betekenis & definitie

SYBRAND POMPEJUS OCCO, afkomstig uit Friesland, alwaar zijn Vader, POMPEJUS OCCO, gebooren was, doch die zich naderhand hadt nedergezet te Amsterdam, alwaar zijn huis diende tot eene gemeenzaame verzamelplaats van uit- en binnenlandsche Geleerden, en van andere lieden, uitmuntende door deeze of geene lofwaardige hoedanigheid. Volgens VAL. ANDREAS zou hij een Gebedeboekje hebben in 't licht gegeeven. Doch PONTANUS noemt het een Psalmboekje, 't welk hij, op den naam van HIERONYMUS, in den Jaare 1519, te Parijs zoude hebben laaten drukken. SYBRAND, in 't voorste gedeelte der Zestiende Eeuwe gebooren, zulke aanmoedigende voorbeelden dagelijks voor oogen hebbende, gaf zich insgelijks over aan de beoeffeninge der Geleerdheid en beschaavende Weetenschappen. Zedert deedt hij eene reize door Italie, Frankrijk en Duitschland, en maakte kennis met de vermaardste Geleerden, in de onderscheidene Gewesten. Naa zijne wederkomst van zijne uitlandigheid, wierdt hij Schepen, in zijne Geboortestad, in den Jaare 1541, in 't volgende jaar Raad, en zat, bij herhaaling in Schepensbank, in de Jaaren 1543, 1545, 1551 en 1553. In den Jaare 1556 beklom hij den Burgemeesterlijken Stoel, en zat in denzelven, vervolgens, in de Jaaren 1558, 1560 en 1562. Ondanks het Stads en Staatsbewind, welk OCCO thans onledig hieldt, besteedde hij zijne snipperuuren aan de beoeffeninge van Geleerdheid en Weetenschappen, en was een ijverig voorstander van de schitterende vernuften zijner Eeuwe. Onder andere vindt men van hem aangetekend, dat hij eene geleerde briefwisseling hieldt met de vermaarde Mannen ANDREAS ALCIATUS, VIGLIUS VAN ZUICHEM VAN AYTA, JOANNES SECUNDUS en anderen. Ook blijkt het uit de Opdragt van zekere Latijnsche verzen, door den Dichter aan hem toegewijd, dat hij niet onbedreeven was in de Poëzij, en veel smaak vondt in het leezen van Latijnsche Dichters.