PIETER PIETERSZOON HEIN, EVEN Als de meesten onzer Zeehelden, welke den Vaderlande de grootste en heilzaamste diensten hebben beweezen, van geringe beginzelen groot geworden, wierdt gebooren te Delfshaven, in den Jaare 1578, van eerlijke, hoewel min aanzienlijke Ouderen. Al vroeg blonk in hem uit, eene edele zucht tot roemwaardige bedrijven.
Zijn aanhoudend zwerven op Zee, en zijn deelneemen aan meenig een hachelijk bedrijf, vermeerderde zijne kennis in Zeezaaken, en sleep te gelijk zijnen moed. Van hier dat hij, in eenen tijd, toen persoonlijke verdiende op prijs wierdt geschat en haar loon wegdroeg, wel haast in ’t bewind gesteld wierdt. De Westindische Maatschappij, in den Jaare 1623, eene Vloot van drieëntwintig groote Schepen en drie Jagten hebbende doen uitrusten, droeg het bewind over dezelve op aan JAKOB WILLEKENS, ALS ADmiraal, en aan onzen PIETER PIETERSZOON, OF, ZO als hij gemeenlijk wierdt genoemd, PIET HEIN, ALS ONDer-Admiraal, om daar mede na Brazil te stevenen. Hun last hieldt in, koers te zetten na Allerheiligen-Baai, en dezelve, ware ’t mogelijk, te bemagtigen. Naa een hevig gevegt slaagden zij gelukkig in deeze onderneeminge. Het meerendeel der vijandlijke Schepen wierdt verbrand, en de onzen meester van twaalfhonderd kisten Suiker, zeer veel Tabak, Katoen, Huiden, Verfhout, en vervolgens nog van een goed aantal Schepen, met soortgelijke goederen belaaden, die, in hunne onkunde van ’t geen ’er in de Baai was voorgevallen, hun als van zelve waren in den mond geloopen.Om ’t voordeel, welk hij, met deezen togt, den Lande hadt aangebragt, oordeelden hem ’s Lands Staaten waardig het bekleedden van aanzienlijker Zeebewind. Thans behaalde hij den vetsten buit, die, veelligt, ooit door eenigen Bevelhebber, te Water of te Lande, veroverd wierdt. Te weeten, in den Jaare 1628 rustte de Westindische Maatschappij eene Vloot uit van eenendertig Schepen, en stelde dezelve onder ’t oppergezag van PIET HEIN, MET LAst om op de Spaansche Zilvervloot te passen, en op dezelve eenen kans ter veroveringe te waagen. In de Maand Augustus des gemelden Jaars, op de hoogte van de Havana genaderd, alwaar de Vloot moest binnen loopen, vernam hij dat dezelve nog niet was opgedaagd. Eerlang kreeg de Admiraal haar in ’t oog, en maakte ’er jagt op; waar op zij in de Baai van Matanza week. De meeste Spaansche Schepen raakten hier aan den grond, en wierden dus, door de onzen, met kleine moeite bemagtigd.
Met den vetten buit kwam de Admiraal, in den Jaare 1629, behouden aan in ’t Vaderland; alwaar dezelve, voor ’t grootste gedeelte, te Amsterdam opgeslagen, en eerlang begroot wierdt op ruim elf en een halve Miljoen Hollandsche Guldens. Men hieldt, over deeze bemagtiging, een plegtigen Dankdag, brandde vreugdevuuren en vertoonde nog andere blijken van openbaare blijdschap. De Admiraal wierdt met algemeene toejuichingen ontvangen; waar over hij, eenigermaate, zijn misnoegen betoonde, zeggende “dat het hem wonder deedt, dat hem, om den vetten brok, welken hij hadt thuis gebragt, nu deeze ongemeene eere betoond wierdt; daar men hem, van andere, zeer gevaarlijke togten, thuis gekoomen, met eene soort van onverschilligheid hadt aangezien.” ’s Lands Staaten vereerden hem nu met den rang en tijtel van Luitenant-Admiraal van Holland. Kort naa deeze bemagtiging wierdt hij, met eene Vloot, gezonden na de Vlaamsche Kusten, alwaar hij met den vijand in gevegt geraakte, en dermaate van eenen Kogel wierdt getroffen, dat hij ’t bestorf, op den twintigsten van Junij des Jaars 1629, in den ouderdom van eenenvijftig jaaren en bijkans zeven Maanden. Zijn Lijk wierdt na Holland gevoerd, en te Delft, staatelijk, op ’s Lands kosten begraaven. Nog heden beschouwt men met eerbied en bewondering de fraaie Grafstede, ter zijner eere aldaar opgericht. Gelijk zijne dapperheid, dus roemt men ook ’s Mans Christelijken inborst.
Nooit zeilde hij uit op eenen togt of hij hadt zich alvoorens ter dood bereid, even als of hij na een zeker einde zijns leevens uitging. Een uitmuntend voorbeeld ter naavolginge in zijn beroep, ’t welk door losheid van zeden te dikmaals gekenmerkt wordt.
