JAN DE HEEM, EEN NEderlander, die, door zijne bedreevenheid in het bloem- en fruitschilderen, een onsterflijken naam heeft naagelaaten. Aan het onderwijs van zijnen Vader DAVID DAVIDSZOON DE HEEM, EN ZIJNe eigens zucht en werkzaamheid was hij alle zijne bedrevenheid verschuldigd.
Ten blijke van den prijs, op welken zijne Kunststukken, ook onder de Landgenooten, gewaardeerd wierden, dient, onder andere, dat de vermaarde Kunstminnaar, de Heer JOHAN VAN DER MEER, VOOR Een groot Stuk, met eenen krans van allerlei fruiten en bloemen omgeeven, hem tweeduizend guldens telde. Bij verscheiden buitenlandsche Hoven wierden zijne voortbrengzels gretig gezogt, en zo hoog gewaardeerd, dat hij, door derzelven, met het Teken van Ridderschnp vereerd wierde. Eene bijzondere bedrevenheid bezat DE HEEM, OM HET goud en zilver zo natuurlijk te kunnen naabootzen, dat ligtelijk iemand, op het gezigt, daar door konde misleid worden. Opmerkelijk is het, dat hij op zijn zeventigste jaar het penceel nog zo fiks en vlug behandelde, dat zijne stukken, in dien hoogen ouderdom gemaakt, voor de beste en fraaiste gehouden worden. De tijd zijns stervens is onbekend. Dit weet men, dat hij, in den Jaare 1660, zo wel als zijn Vader, nog leefde.