de ongelukkigste Staatsman van zijn Geslacht, wns geboren te Leeuwarden, in ’t Jaar 1713. Hij was Grietman van Weststellingerwerf, Commissaris Generaal van de Zwitzersche en Grizonsche troepen, in dienst van den Staat; Gedeputeerde, uit den Adelijken stand, in de Staaten van Friesland, en, wegens dezelve, op onderscheidene tijden, afgevaardigd ter Vergadering van den Raad van Staate; in de Admiraliteit te Amsteldam en in de Staaten Generaal; Gedeputeerde te velde; Minister Plenipotentiaris van H.
Hoog Mog. op de vredehandeling te Aken, en Commissaris van zijn Hoogheid, Prinse WILLEM DEN IV, Etfstadhouder, tot het beschikken van de zaaken van Justitie en Politie, Finantie en Regeering, in de door de Franschen ontruimde Landen en Steden van Braband. Hij was getrouwd met vrouwe SARA ALYDE VAN HULS; uit welk huwelijk verwekt werden elf kinderen; door eenige van welke ’s mans ongeluk bewerkt werd. Dan, wij oordeelen beter, die wandaden in vergetelheid te haren, dan tot schance voor de nakomelingen, dezelve wederom ten toon tespreiden: temeer, daar zijn Edele, van genoegzaam al wat onpartijdig daar over geoordeeld heeft, voor onschuldig is verklaard. Hem trof, in het Jaar 1776, eene andere ramp, door een ongelukkigen brand in zijn huis, waar door zijn aanzienlijke Boekverzameling een prooi der vlammen wierd. Hij overleed den 2 September van het jaar 1779, in den ouderdom van 66 jaaren en 5 maanden. Eenige van zijne kinderen zijn nog in leven, en bekleeden mede aanzienlijke Ampten.