een Minnebroeder, kwam, in het Jaar 1392, te Utrecht, gaf zig uit voor een Geestelijk Prelaat, en vertoonde daar van eenige verdigte brieven. Bisschop BLANKENHEIM stelde hem aan tot Vicaris en Wij-Bisschop; welk Ampt hij bijna zes Jaaren bediende.
Daar na rugtbaar geworden zijnde, dat hij ongewijd was, werd hij gevangen, en veroordeeld om in een ketel met kookend water geworpen te worden, daar de Bisschop hem levendig deed uithaalen, en vervolgens onthoofden. Die van hem, tot Priester, gewijd waren , moesten, op nieuw, gewijd worden. Sommige van deeze verlieten den Geestelijken Staat, en begaven zig in ’t Huwelijk.HEDA, Oude Holl. Kronijk.