afkomstig uit bovengemelde Geslacht (LUDOVICUS), heeft niet alleen te Amsteldam, ten welzijn van zijne Geboortestad, maar den geheelen Staat groote diensten beweezen. In het jaar 1724 werd hij Schepen, 1731 Raad, 1744 Hoofdofficier, en 1753 Burgemeester te Amsteldam. In het jaar 1730, werd, bij de Staaten der Verëenigde Gewesten, beslooten tot het zenden van eenen buitengewoonen Afgezant na het Russische Hof; in het jaar te vooren, was de Heer DE DIEU daartoe reeds benoemd.
Hij vertrok in de maand Maart des eerstgemelden jaars, en verbleef aldaar tot in den nazomer van het jaar 1732, wanneer hij, op zijn verzoek, teruggeroepen werd.Zijne voornaamste handeling had aldaar bestaan, in het maaken van een verdrag van vriendschap en koophandel; het welk hij echter, wat moeite hij ook aanwendde, niet tot volkomenheid had konnen brengen. In het jaar 1737 was de Heer DE DIEU een der Gevolmagtigden, over een verdrag van koophandel met de Oostenrijksche Nederlanden. Doch ook deze onderhandeling liep vruchteloos af. In het jaar 1744 werd hij, wederom, tot buitengewoon Afgezant aan het Russische Hof benoemd;doch daar verliep nog een geruime tijd, eer de onderhandelingen met het Engelsche Hof haar beslag kreegen. In het jaar 1745 kwam de Heer DE DIEU te Petersburg aan. Veel goeds deed zijne onderhandeling, tot ondersteuning van de Gezanten van de Koningin van Hongarijen en van die van Engeland.
Ten tijde van de voorige Keizerin ANNA, had hij zijn hof weeten te maaken, bij de toenmalige Keizerinne ELISABETH, die, geduurende zijn eerste Gezantschap, van weinige of geene persoonen van aanzien werd aangesprooken. Hij dus aan ELISABETH niet onaangenaam zijnde, bevorderde de zaaken van MARIA THERESIA ten sterksten. Doch zijne onderhandeling, die te vooren was blijven steeken, had den voortgang niet, dien men gehoopt had; en hij kwam dus terug, in het jaar 1746. Op den 23sten van de maand Junij des jaar 1765 overleed de Heer en Mr. DANIËL DE DIEU, als Oud-Burgemeester, en oudste Raad zijner geboortestad, Gecommitteerde Raad ter Admiraliteit, Bailjuw van den Lande van Blois, en Hoofdofficier der Stede Beverwijk. 's Mans afbeeldzel vindt men in het XIX Deel der Vaderlandsche Historie.
