één der zamenverbondene Edelen, waarom hij, door ALBA, gebannen is geworden. Ook vindt men hem, in zijne Sententie, beschuldigd, onder BREDERODE gediend, vijandlijkheden gepleegd, omtrent Meerkerke brandschattingen van 's Konings Onderdaanen gevorderd, en zig, met kwaaden toeleg, van Vianen naar Amsteldam, begeeven te hebben.
Zie MARCUS, Sententien, p. 111 en 128, TE WATER, p. 333.