een Dordrechtenaar, en, in het jaar 1611, een vermaard Zeerover. Hij had, in het jaar 1609, vier schepen bemagtigd, en zig daarmede naar Marseille begeeven.
Hier wist hij de bescherming des Konings van Frankrijk te krijgen, en geneerde zig, eenigen tijd, met het geleiden van Fransche koopvaardijschepen, naar en van de Levant. Men meent dat hij, in 1612, door de Turken, omtrent Tunis, gevat, en in de gevangenis omgekomen is.Zie VAN MEETEREN, XXXI en XXXII Boek.