dus genaamd naar zijne geboorteplaats Staveren, alwaar hij, omtrent het jaar negen honderd twintig, de Priesterlijke waardigheid bekleed heeft. Ook wordt hij gehouden voor den Autheur van de levensbeschrijvingen der H.
LEBUINUS, OTGERUS, PLECHELMUS en ODULPHUS, als ook van de geslachtrekeningen der Vorsten en Hertogen van Friesland; alle welke schriften, met de Bibliotheek, te Staveren voornoemd, door een ongelukkigen brand vernield zijn geworden. Men vindt ’er, die zijnen lof boven verdiensten uitmeeten; doch mannen van een gezonder oordeel, en wel voomaamlijk U. EMMIUS, houden hem voor een groot fabelschrijver.Zie S. PETRI, VOSSIUS, EMMIUS, Oudheden van Friesland, I. Deel, bl. 484 en 493.