Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 30-01-2024

BUITENVELDERSCHE POLDER

betekenis & definitie

behoort onder de Ambachtsheerlijkheid van Amstelveen, of Nieuwer-Amstel. Deze Polder, in het jaar 1634, met octroi van ’s Lands Staaten, aangelegd, beslaat één duizend vier honderd twee-en-negentig Morgens, en bestaat meestendeels uit goed Weiland; en is, zo aan de westzijde van den Amstel, als aan de oostzijde van den Amstelveenschen Weg, met fraaie buitenplaatsen voorzien. De Oude Wetering loopt, in de lengte, door deze en door de Middenpolder, van Amsteldam, buiten de Weteringspoort, af, tot aan het groote Loopveld; vanwaar dezelve zig ook door de Bovenkerker Polder plagt te verspreiden, doch ’t welk zedert, door het droogmaaken daarvan, belet is.

Omtrent in het midden van dezen Polder, aan de oostzijde van den Veendijk, of Amstelveensche Weg, staat een Roomsche Kerk, die thans door een Wereldheer als Priester bediend wordt.

< >