Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 15-03-2024

BLOTIUS, Hugo

betekenis & definitie

of Huig Bloot, waarschijnelijk afkomstig uit het edel geslacht van dien naam, waarvan, Ao. 1157, reeds melding gemaakt word, onder andere van eenen PHILIP BLOOT, Schildknaap; van eenen BLOOT (1390) die mede deel had aan den moord van ALIJD VAN POELGEEST, waarvoor hij, eenige jaaren daarna, eenen voetval in den Haag moest doen, om zig met de Vrienden van ALIJD te verzoenen; en van nog een anderen van dien naam, in 1407. Deeze HUIG of HUGO was te Weenen Keizerlijke Bibliothecaris, welk beroep hij tot het einde van zijn leven (1608) waarnam. Delft draagt roem op zijne geboorte en geleerdheid.

Zie BLEISWIJK, bl. 771.

< >