Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 15-03-2024

BERGEN, JAN en CORNELIS

betekenis & definitie

Meer andere Mannen van deezen naam ontmoet men in de Vaderlandsche Geschiedenissen, onder anderen. twee Gebroeders, JAN en CORNELIS VAN BERGEN, die zig, in het jaar 1488 in dienst van MAXIMILIAAN, Roomsch Koning, bevonden, en door wien zij, tegen FILIP VAN KLEEF, ter bewaaringe van Mechelen, waarin zijn Zoon FILIPS zig bevond, afgevaardigd werden. Zij volvoerden niet alleen dien last, maar namen ook Vilvoorden in, en versterkten het tegen die van Brussel, dat in de magt van den Kleevenaar was.

Doch al hun bedrijf was niet in staat om MAXIMILIAAN uit zijne moeijelijkheden te redden. In het jaar 1491 vindt men CORNELIS gemeld onder die geenen, welke de Stad Sluis aan de landzijde bezetteden, en in het Land van Kadzant een sterk Bolwerk oprichtten; dat, echter, niet toereikende was, om de magt van den Kleevenaar te fnuiken. In het jaar 1500 bevond Heer JAN VAN BERGEN zig tegenwoordig bij den Doop van KAREL, naderhand Keizer, en bekend als de Vijfde van dien naam. Heer JAN VAN BERGEN bekleedde toen de waardigheid van Afgezant des Hofs van Braband. Onder alle de geschenken, die de Vorst ontving, was geen van de minsten het Gouden Zwaart, dat hem door deezen Heer VAN BERGEN vereerd werd.

Bij de huldiging van MARGRETA, laatst Weduwe van den Hertog van Savoije, als Landvoogdesse, in ‘t Jaar 1507, bevond hij zig onder de Edelen te Dordrecht: zo als ook een van deeze Broeders, in het volgende Jaar, tot een der medeuitvoerderen van den laatsten wil der Landvoogdesse aangesteld werd, die, naar alle waarschijnelijkheid, Heer JAN zal geweest zijn, vermits hij, benevens anderen, als Raad en Kamerling der Voogdesse, naar Engeland werd afgevaardigd, om de Dochter des Konings van dat Rijk, voor haaren Neef KAREL, ten huwelijk te verzoeken.

In 1513 was hij een van die, welke het verbond, tusschen MAXIMILIAAN en den Hertog van Gelder, uit naam van den eerstgemelden, ondertekenden.

In 1525 werd hij genoemd Ridder van ‘t Gulde Vlies, (waartoe CORNELIS mede, in 1501, verheven was) bij de ondertekening van ‘t verdrag, geslooten tusschen de Koninginne Moeder van Frankrijk en de Landvoogdesse der Nederlanden, dat te Breda tot stand gebragt was. Waaruit men ziet dat hij tot de gewigtigste zaaken van het Land gebruikt is geworden.

Zie DESPARES, Chronijk van Vlaanderen, MSS. MEERBEEK, Chronijk, fol. 3. HARRAEUS, Annales Brabant, Tom. I. fol. 520. De Excellente Chronijk van Vlaanderen, fol. 298. Groot Placaat Boek, IV. Deel, fol. 16.

< >