voorheen een der grootste Waterlandsche Meiren, hebbende ten Oosten den Purmerender en Oosthuizer Ban, en ten Westen het Schermer Eiland. In geschriften van de tiende of elfde Eeuw draagt deeze Meir den naam van de vloed Barmestra, waar voor WILHELMUS PROCURATOR, Keemstra, doch MELIS STOKE beter Beemstre geleezen heeft. Reeds in het jaar 1570 was men bedacht op de droogmaaking van dezelve; doch de aanhoudende Spaansche Oorlog deed de bedijking staaken.
In den aanvang van der XVII Eeuwe werd dit werk, door DIRK en HENDRIK VAN OS, JAN TEN GROOTENHUIS, JAN KLAASZOON KROON en eenige anderen, ter hand genomen, na dat daar toe, op den 21sten Maij 1607, Octrooi verleend was. ’s Lands Staaten bewistigden daar in te gereeder, vermits het water, volgens zijnen aart aanwassende, jaarlijks wel vijf-en-twintig morgens land wegnam. De voorwaarde, waar op het Octrooi verleend werd, was, dat het werk in vier jaaren moest voltrokken zijn. In 1608 werd ’er een aanvang mede gemaakt; doch in het jaar 1610 brak de reeds gemaakte bedijking op verscheidene plaatsen door. Daarna, op den 15den Februarij van dat jaar, werd aan de onderneemeren een uitgebreider en voordeeliger Octrooi verleend; de gaten werden met asten mogelijken spoed weder digt gemaakt, en astes, met zo veel ijver en overleg, in zijne slooten, wegen en wateren verdeeld, dat de kavelingen van de gantsche Meir, den 30sten Julij 1612, op het Slot te Purmerend gehouden werd.
Het droogmaalen geschiedde door veertig Molens; en nog heden word de Beemster met vijftig Molens droog gehouden. Op den gemelden 30sten Julij wordt, daar ter plaatze, deeze droogmaaking, jaarlijks, door een Dankpredikatie herdacht; weinige dagen daarna is het Beemster Kermis en Paardemarkt.
In de tegenwoordige Cohieren is de Beemster, behalven de vergraavene Landen, Dijkettingen en Pleinen, aangeslagen voor 7794 morgens, 255 roeden en 6 voeten. De wijdte des Ringsloots is doorgaans agt roeden, en de diepte agt voeten. Op de breedte van agt roeden legt een dijk van twee roeden glooijens, anderhalve roede kruins, en twee en een halve en drie roeden druipens, ter hoogte van zeven Zijpsche voeten. Een sloot van een en een halve roede scheidt deezen dijk van de binnenlanden. Tien groote wegen, drie roeden breed, en even verre van elkander, loopen, naar aanwijzing der Kaarten, kruiswijze door de Beemster, van welke wegen de middelste en langste de lengte van 2900 roeden heeft. De meeste deezer overheerlijke wegen zijn, ter wederzijde, met hoog opgaande boomen beplant, waar door dezelve lommerrijke laanen vormen. Benevens die wegens leggen de slooten, wateringen en middeltochten, asten zeer net verdeeld.
De gantsche Beemster is verdeeld in vijf deelen, als Midden-, Noord-, Oost-, West en Zuid-Beemster; en schoon in ieder deezer deelen plaats tot een Kerk is, staat ’er, echter, slegts ééne in Midden-Beemster; welke Kerk een vrij hoogen Toren heeft. Het verblijf der Beemstersche Dichterresse, Mejuffr. WOLF, geboren DEKKER, gaf voor eenige jaaren eenige vermaardheid aan deeze plaats. Het weiland is ’er ongemeen, doch de Lusthoven zijn niet meer zo fraai als eertijds. In het jaar 1743 telde men ’er 2078 Bewooners, zo jongen als ouden, en in 1749 waren ’er 497 huizen.
Wat de Regeering betreft, de Beemster maakt een Baljuwschap op zig zelven uit; wordende de Hooge Vierschaar aldaar gespannen door den Baljuw, die door ’s Lands Staaten aangesteld wordt, en zeven Hoog-Heemraden; tot welk Costegie mede behoort een Secretaris, een gezwooren Klerk, en een Gerechtsbode. Viermaal ’s jaars wordt de Vierschaar gehouden, op het Stadhuis te Purmerend; doch de vonnissen over lijfstrafbaare zaaken worden in de Midden-Beemster ten uitvoer gebragt. De laage Rechtbank bestaat uit den Schout, die in naam van den Baljuw, welke hem, nevens zeven Schepenen, aanstelt, de Vierschaar-spant; en met de Schepenen om de veertien dagen te Purmerend Rechtdag houd.
Het Dijkbestuur wordt geoefend door den Dijkgraaf en zeven Heemraden, een Secretaris, twee Penningmeesters en een Bode. Het Kostegie der Hoofd Ingelanden bestaat uit 18 Leden, die over het hooren der Rekeningen en doen der omslagen staan; deeze houden hunne vergadering in het Burger Weeshuis te Amsteldam, in de week na Paaschen.
Zie Octrooi en Keuren voor de Beemster.