Zoon van JACOBUS, verdient mede in den rang der Geleerden van Nederland geplaatst te worden. Hij was zo ervaaren in de Geneeskunde, dat hij Stads Doctor te Veere was; ook onderhield hij, even als zijn Vader, briefwisseling met ERASMUS.
In het jaar 1498, woonde hij op het Slot, Zandenburg, bij Vrouwe ANNA VAN BORSSELEN, Weduwe van wijlen den Heer FILIPS VAN BEVEREN, om haaren Zoon, Jonker ADOLF VAN BOURGONDIEN, Heer van Beveren, te onderwijzen. Om zijne aangenomene taak, te beter te kunnen volvoeren, schreef hij, ter onderwijzinge van zijnen Leerling, verscheidene Boeken, die, in 1512, gedrukt zijn; onder andere eene Waereldbeschrijving, in het Nederduitsch, waarvan REIGERSBERG, in zijn Chronijk van Zeeland, veel gebruik gemaakt heeft. BOXHORN zegt, in zijn Tooneel van Holland, dat het zelve in zijnen tijd zeer zeldzaam was.
