Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

ARDENNERWOUD, (’t)

betekenis & definitie

meermaalen bij de Historieschrijvers het wijd uitgestrekte Woud genaamd; en niet zonder reden, wijl het zig door gansch Belgie, en het tweede Gallie uitstrekte, en dus een goed deel van Vlaanderen, Braband, Luxemburg en waarschijnelijk ook een gedeelte van Gelderland besloeg. Daar zijn ’er, die willen dat het Sonien-Bosch, bij Brussel, ’er nog een overblijfsel van is.

CLUVERIUS zegt, dat de Nerviën, een Volk van ’t Belgisch Gallie, uit de Germaanen gesprooten, ’er eigenaars van waren, en het dus voor hunne schuilplaats hielden. Dan niet alleen deeze, maar ook anderen, verborgen ’er zig in, om hunne Vijanden te ontwijken, of om ze uit het zelve aan deezen of geenen oord aan te vallen.

< >