Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

APPELDOORN

betekenis & definitie

een Geldersch Dorp, in de Over-Veluwe, recht voor de opreede van ’t Koninklijk Loo. Volgens VAN DER HOUVE, moest het, in de schatting van 1547, draagen 798 gl. 12 st. 4 en drie vierde penn. Uit oude Latijnsche Brieven (zegt HALMA) haalt de Heer ALTING den naam dus op „Applentherna, zo zoude ik meenen dat men moest leezen, in de Handvesten der Keizeren OTTO DEN IIIDEN, en LOTHARIUS DEN IIDEN, in één woord, niet in twee APELTERNICKO, of APPLEN THERNA: op dat verstaan worde APPELDOORN, een Dorp in de Veluwe, aan ’t boveneinde van een beekje, de Grift genaamt.”

Het is bekend als een der fraaiste Dorpen van dien oord; zeer aangenaam is de Laan, die van hier naar ’t Loo loopt. In ’t jaar 1736 waren aldaar een-en-dertig Papiermoolens, die door ’t water werden omgedreeven. De Kerk is net en zindelijk, doch niet zeer groot, en, in 1780, door den Prinse VAN ORANJE, met een nieuw Orgel beschonken. Even buiten dit Dorp staat een oude Kapel, weleer aan ST. ANTONIJ gewijd.

< >