Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

ANDLO, Petrus van

betekenis & definitie

is een verzierde naam, waar onder de Cartesianen, of navolgers van CARTESIUS, of één van hun, welke een Nederlander was, zig in ’t jaar 1670 verborg, om tegen de Verhandeling, de Abusu Philosophiae Cartesiane vitando in Rebus Theologicis & fidei, te schrijven. SAMUEL MARESIUS, Hoogleeraar in de Godgeleerdheid, was de Schrijver dier verhandelinge, en had dezelve, in ’t jaar 1670, uitgegeeven, om aan de Protestantsche Kerken de onheilen te vertoonen, die men te vreezen had, zo men toestond, dat de gevoelens van DES CARTES, uit de Schoole der Filosophie, in die der Theologie overgingen.

Eenige maanden daarna zag men een geschrift uitkomen, genaamd: PETRI AB ANDELA, Batavi, specimen Consutationis Dissertationis de Abusu Philosophiae Cartesianae. Nooit zag men eene wederlegging, in vinniger en scherper stijl geschreeven; wordende daar in MARESIUS op een zeer onheusche wijze behandeld: doch hij bleef zijn partij niet schuldig

Zijn wederantwoord volgde wel haast, onder den naam van Vindiciae Dissertationis. ’Er zijn geene lasteringen bekend, die hij zijnen onbekenden vijand niet toevoegde. Hij behandelde hem als een onbekenden Sociniaan, een Spinosist, een Godloozen, een Onchrist, en een Atheist. Waarop van den zogenaamden ANDLO weder een tegenschrilt volgde.

Was deeze, in zijn eerste geschrift, door gramschap vervoerd, hij was ’t niet minder in het tegenwoordige: schoon in dit meerder scherts onder den ernst vermengd was. Hij ontkende ten hoogsten, dat hij SPINOSA kende, of zijne gevoelens goedkeurde. Dit geschrift kwam den Hoogleeraar, den 19den December 1670, in handen, en werd met zo veel spoeds beantwoord, dat het reeds den 3den Januarij voltooid was. Men vond daar in eene zonderlinge uitdrukking zeggende MARESIUS, dat hij dien Plug niet verder antwoorden, maar zig niet onttrekken zou, om tegen een eerlijk man te schrijven, die zijnen naam durfde noemen, en voor de waarheid uitkomen; waar in hij ook woord hield, laatende het volgende schrift van ANDLO onbeantwoord.

En hier mede eindigde deeze hevige pennestrijd. MARESIUS heeft nooit den regten man konnen ontdekken; eerst beschuldigde hij een Schoonzoon van COCCEJUS, doch verzogt dien naderhand om verschooning.

Zie BAYLE.

< >