Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 30-01-2024

ALEIJD

betekenis & definitie

Van verscheiden Vrouwen, die deezen naam voerden, hebben wij reeds, op bet Art. ADELHEID, gehandeld.

Hier verdient nog gemeld te worden, hoe eene Vrouw van dien naam, doch van slegten staat en bedrijven, het schandelijk voorneemen had, om, in den jaare 1588, te Enkhuizen, ’s Lands Schepen in brand te steeken: dit heeft haaren naam, tot haare schande, doen vereeuwigen. De voornaamste aanvoerders tot dit boos opzet worden gezegd geweest te zijn: KOENRAAD REINIERSZ van Gotha, en ALEID LUCAS, dus genaamd naar haaren man, die nevens haar gevangen werd. De Schout, ter dier tijd LUITGE SIEUWERTSZ, bragt tegen haar in, dat zij van dit voornemnen niet alleen was kundig geweest, maar ook haaren man LUCAS daar toe had aan geraden. Na gedane bekentenis, werd zij verwezen, om door slans dienaars, met een schip op de borst, de stad te worden rond geleid, en voor den tijd van twaalf jaaren gebannen. Dit vonnis werd aan haar ten uitvoer gebragt, op den 6 Julij van het gemelde Jaar 1588. BRANDT die dit verhaalt , uit het Crimineele Sententie-boek der stad Enkhuizen, maakt geene melding van de vonnissen van andere, die hier aan deel hadden.BRANDT EN CENTEN, Hist. van Enkhuizen, I. Deel, bl. 250.

< >