is de naam van den eersten, dien wij vinden van dit geslacht, ‘t welk, wil men, afkomstig is uit Braband, doch, gelijk vervolgens blijken zal, verscheiden voornaame Mannen heeft voortgebracht, die zig in Holland zeer vermaard gemaakt, en, door Huwelijken, met de eerste en aanzienlijkste Geslachten, vermaagtschapt hebben.
Van deezen Cornelis, en van Petronella Beeckmans, zijne Echtgenoote, was nagebleeven een Zoon:
- AARSSEN, (Jan of Johan van) die in Huwelijk had Regiera, Dochter van den bekenden Lodewijk van Leefdael, Heere van Laer of Leefdael, (‘t Huis bij Rheenen) en van Elisabeth van Vlierbeek; deeze liet insgelijks een Zoon naa:
- CORNELIS, die, in den ouderdom van 23 Jaaren overleedt, en bij zijne Weduwe, Adriana van der Schellach, naliet eenen Zoon, mede CORNELIS genaamd, die ter Vrouwe gehad heeft N. Liesselingen, welke, in den ouderdom van 24 Jaaren, bij hem Moeder en Weduwe bleef van twee Zoonen: Johan, de Jongste, die in Italië overleed; en de Oudste, Cornelis van Aarssen of Aerssen, Heere van Spijck, die te Antwerpen ter waereld kwam, in den Jaare 1543.
Deeze groote Staatsman was, in ‘t Jaar 1574, Secretaris, en in 1582 Pensionaris te Brussel, en dus in ‘t bekende tijdstip, waar in het Neerlandsch Staatsgebouw nog op zulke losse schroeven stond, dat men, na lang overleg, tot het besluit gekoomen was, om de heerschappij deezer Landen aan Frankrijk op te draagen; onder de Gezanten, ten dien einde naar dat Rijk afgevaardigd, bevond zig mede deeze Cornelis van Aarssen.