Gepubliceerd op 28-04-2019

Gevaar — nood

betekenis & definitie

Dreigend onheil. Gevaar is eene omstandigheid of een samenloop van omstandigheden, waardoor een persoon of zaak kan gedeerd worden.

Nood en gevaar hebben soms dezelfde beteekenis, b.v. in de volgende uitdrukkingen: het heeft geen nood; er is geen gevaar bij. Maar meestal ligt in nood de beteekenis van een samenloop van omstandig¬heden, die men niet kan kiezen, waarin men zich niet vrijwillig begeven kan (wat met gevaar wel het geval is). Nood leert bidden. Hongersnood. Levensgevaar. Om die reden zegt men: zich in gevaar, maar niet: zich in nood begeven.

< >