Slok ziet meer op de handeling van het de handeling van slikken, dronk op de handeling van drinken; beide worden echter van drinken gebruikt. Bij slok denkt men meest aan eene kleinere hoeveelheid dan bij dronk.
Teug is eigenlijk het intrekken van het vocht, in beteekenis staat het met dronk gelijk. Het hangt meestal van het vocht dat gedronken wordt af of men het eene of het andere woord gebruikt. Men zegt b.v. niet een dronk brandewijn, wel een slok of teug. Zij reikte hem een koelen dronk, eene teug frisch water. Een slok brandewijn.
