Gepubliceerd op 28-04-2019

Deel — lid

betekenis & definitie

Beide woorden duiden een grooter of kleiner gedeelte van een geheel aan. Deel drukt alleen de betrekking tot het geheel uit.

Onder lid verstaat men een afgerond deel van een grooter geheel, dat op zichzelf een geheel is, of waaraan eene bepaalde taak is toegewezen, dat het geheel dus zijne functiën helpt verrichten, maar dat tot op zekere hoogte ook eigen bestaan kan hebben. Men spreekt van een lichaamsdeel en men zegt geen lid van zijn lichaam dat niet rilde. Lid wordt bij uitbreiding gezegd van personen, die deel uitmaken eener vergadering; de Leden der Staten-Generaal.