Gepubliceerd op 28-04-2019

Beven — popelen — rillen — sidderen — trillen

betekenis & definitie

In eene golvende beweging zijn. Van eene snelle maar zacht golvende beweging zegt men trillen.

De snaar trilt. Waar van eene snelle beweging van het hart sprake is gebruikt men popelen. Beven drukt een hoogeren graad van be¬weging uit, ja het dient zelfs om bij levenlooze voorwerpen den allerhoogsten trap er van aan te duiden. Eene aarbeving. Bij levende wezens, waar de sterkste beweging door innerlijke aandoening veroorzaakt wordt, wordt hevig beven uitgedrukt door sidderen. Sidderen van angst, van schrik. Bibberen is een herhaald beven of trillen ten gevolge eener tijdelijke ver-mindering der dierlijke warmte; rillen kan hetzelfde uitdrukken als bibberen, maar hieraan is minder de gedachte van herhaling eigen; bovendien kan het gebruikt worden van trillen tengevolge van eene gemoedsaandoening, als b.v. afgrijzen. Het kan evenals bibberen en sidderen slechts van levende wezens gebezigd worden. Van koude rillen. Men rilde er van. Bibberen van koude.