Gepubliceerd op 30-04-2019

Aanleg—geschiktheid—vatbaarheid—gave—begaafd¬heid—talent

betekenis & definitie

De hoedanigheid, waardoor men geschikt is voor eene bepaalde bestemming. Aanleg drukt de geestesgesteldheid uit, waardoor men voor iets geschikt kan worden.

Geschiktheid drukt datzelfde uit, hetzij op een bepaald oogenblik, hetzij doorgaande, terwijl bekwaamheid ziet op de kundigheden, die iemand de geschiktheid geven. Vatbaarheid veronder¬stelt de eigenschap om op te nemen, wat van buiten af aangebracht wordt. Gave en begaafdheid drukken datgene uit, hetwelk zonder ontwikkeling reeds waarde heeft, ofschoon het door ons toedoen in waarde kan vermeer¬deren. Zulk eene gave,door vlijtige inspanning tot volkomenheid gebracht, noemt men talent. Hij heeft aanleg om dik te worden.

In zijne kindsheid toonde hij reeds veel aanleg om een dweeper te worden. Hij heeft veel ge¬schiktheid voor dat ambt door zijne groote bekwaamheid in die vakken. Zijne vatbaarheid maakt,dat hij alles vlug begrijpt en in praktijk kan brengen. Hij bezat de gave der welsprekendheid. Hij onderscheidde zich van zijne medeleerlingen door zijne groote begaafdheid,en was later bekend door zijn talent als dichter.

< >