Gepubliceerd op 30-04-2019

Aanlanden—aanbelanden—belanden—landen

betekenis & definitie

De beide eerste geven het aan of bij het land komen te kennen, het laatste geeft te kennen, dat men op het land komt. Figuurlijk worden aanlanden, aan¬belanden en belanden gebruikt voor ergens terecht komen.

Aanlanden geeft te kennen, dat men het doel zijner reis bereikt en vast verblijf gevonden heeft; aanbelanden , dat weinig meer gezegd wordt, en belanden laten onbeslist of het verblijf kort of lang zal duren; met belanden is het bij¬denkbeeld van toeval verbonden, alsmede dit, dat men eenigen tijd ter plaatse, waar men is aangekomen, vertoeven zal, of er zich voor goed vestigt. Gij zijt daar goed aanbeland, ik raad u aan er te blijven. Waar ter wereld mag hij wel aanbeland zijn. Na vele omzwervingen is hij in de Transvaal beland, waar hij nu denkt te blijven. De balling was gelukkig aangeland bij zulk eene machtige familie. Na een vreeslijken storm landde de vloot behouden aan, doch het vuur der forten maakte den soldaten het landen onmogelijk.

< >