(Buccinum undatum)Grootste inheemse slakkensoort. Schelpwindingen met talrijke oppervlakkige, vrijwel loodrechte ribbels, dwars daarop verlopen kleine, golvende groefjes. Schelpmond groot, aan de onderzijde met een inkeping voor de sifo. Lichtbruin tot wit. H tot 10 cm. Het weke lichaam zelf is lichtgeel met zwarte vlekken; sifo lang, aan het eind voorzien van een hoorndekseltje om de schelp mee af te sluiten. Het vlees van de wulk wordt wel gegeten of als aas (voor schelvis en kabeljauw) gebruikt. De wulk is een echte aaseter maar voedt zich ook wel met levende dieren. De eieren vormen compacte, vuistgrote klompen, die men dikwijls aangespoeld vindt. Algemeen in de noordelijke Atlantische Oceaan, en aangrenzende zeeën, m.n. in de getijdenzone en dieper.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk