(Delichon urbica) Staart ondiep gevorkt en zonder verlengde buitenste staartpennen. Blauwzwart, echter met witte buik, keel en stuit. 13 cm. Vluchtroep: 'tsiep'. Zang zacht kwetterend. In de buurt van menselijke nederzettingen en in open terrein. Nesten van modder en leem aan de buitenkant van gebouwen, onder dakgoten, en overeenkomstige vooruitstekende randen; nest gesloten, m.u.v. de ingang. In Nederland zeer talrijke broedvogel. Trekvogel: aug./sept.-mei. Overwintert in Afrika.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk