Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

water

betekenis & definitie

In de reclamet. en in cafés e.d., ter aand. van bronwater; in de verb. waters en limonades, frisdranken.

- Zie ook bij plat.

Niet te vergeten! Op al onze waters en limonades steeds 11 + 1 of 22 + 2 gratis, Boom 17/6/1977.

Sam.: watermoor, waterketel, fluitketel (Watermoor in aluminium, Koerier (ed. Hasselt) 18/8/1976, p. 14);

- waterogen, een traan wegpinken (Na de noen ging ik de mensen van de gebuurt de hand geven en goeiendag zeggen, en daar was er een die begost te waterogen. „Nu is al ’t plezier uit de straat weg,” zei ’m, CLAES 1960, 41);
- watersteen, ter aand. van een aanrecht (Keuken ... - kookplaat inbegrepen - onderbouw-oven inbegrepen - watersteen inbegrepen, Uit een reclamefolder Oostende 1976);
- watertreden, (w.g.) watertrappelen (Watertreden, op de rug zwemmen, zonder benen slaan, waren allemaal dingen die zij bij elke zwempartij probeerden, CLAES 1955, 158);
- waterverwarmer, boiler of geiser (Uit een reclamefolder Meise jan. 1977. Badkamer met stortbad, lavabo en waterverwarmer, Klokske 27/4/1978).

< >