Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

mansardekamer

betekenis & definitie

Zolderkamer (met een dakkapel).

- Zie ook mansarde.

Ware Fanny Lardinois van twijfelachtige moraliteit, dan liep ze niet een hele zomer in hetzelfde schamele katoenen jurkje, en stelde ze zich niet tevreden met een mansardekamertje in ons hotel, BRULEZ 1950, 58.

Ik zou alles verlaten om met Bennie in de stad te gaan wonen. Ik heb het hem beloofd, wij zouden een mansarde-kamer huren, samen gaan werken, CLAUS 1958, 47.

Derde verdieping: brede overloop met ingemaakte kasten. 2 mansarde-kamers, badkamer, bergkamer, Gent 19/8/1976, p. 23.

Hoeveke met stallingen, schuur en tuin. Indeling: hoofdgebouw: gelijkvloers: woonkamer, keuken, opkamer (onderkelderd), washuis, w.c., schuur en stallingen. Boven: drie mansardekamers, Gazet v. Antw. 3/6/1978.

Ook o.a.: Limburg 3/9/1976. Uit een reclamefolder Meise jan. 1977. Gentenaar 30/5/1977.

< >