Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

komaf

betekenis & definitie

In de verb. komaf maken (met, van iets), ergens een einde aan maken, iets goed aanpakken (met het oog op een definitief resultaat), er werk van maken; met iets voortmaken; ook: niet langer aarzelen (iets te doen) enz.; - er geen komaf aan zien, er geen eind aan zien (b.v. aan een werk), iets niet vooruit zien gaan.

In gedachten springt hij Santé bij en schreeuwt dat men komaf met dat donker gebroed moet maken.

Hij denkt aan Achiel, die in de gevangenis zit en niet ophoudt de Karot uit te moorden, en hij geeft in petto zijn voornemen te kennen de kerel, bij zijn vrijlating, de keel over te snijden, TEIRLINCK 1952, 2, 103.

Zij slaan zich schaterlachend op de dijen om de mens op jaren, die rijk is en zich niet het vrouwtje durft nemen waarin hij zin heeft. Vooruit zeggen zij, maak nu eens een beetje komaf. Morgen om acht uur gaat ge ze vragen, WALSCHAP 1963, 424.

De Konferentie heeft erop aangedrongen dat met een aantal maatregelen die de demokratizering van het bedrijfsleven in de hand zullen werken, serieuze komaf zal gemaakt worden, Knack 18/4/1973, p. 118.

Ze kan moeilijk tegen die begrotingen stemmen, die door liberale ministers zijn opgesteld en zal het uitstel van de agglomeratieraadsverkiezingen slechts in korte woorden betreuren. Iedereen wil er komaf mee maken, Gazet v. Antw. 5/7/1977.

< >