Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

ingang

betekenis & definitie

1. Het betreden, het binnengaan (van een winkel, een gebouw, een terrein enz.); mogelijkheid, gelegenheid, recht om binnen te gaan; toegang; - verboden ingang, geen toegang, toegang verboden; vrije ingang e.d., toegang vrij; iem. de ingang weigeren, ontzeggen enz., de toegang weigeren.

Hij mocht ... verzekeren dat eenieder van ons zonder veel moeite ingang kan bekomen tot deze op het eerste zicht zo afstotelijke perversiteit, TEIRLINCK 1952, 1. 175.

Bezoek de toon- en verkoopzaal ... ingang vrij, Reklaamblad 12/2/1977.

2. Geld, bedrag dat men betaalt om toegang tot iets te krijgen; toegangsprijs, entree(prijs). Kinderen beneden 14 jaar: 25 fr. ingang en 25 fr. voor de huur van schaatsen, Vrouw en Wereld juli-aug. 1975, p. 28.

IJsschaatsen: ... 375 fr. voor leden en 425 fr. voor niet-leden. In beide is begrepen: verzekering + lidgeld club + vermindering ingang + schaatshuur, Bond 4/2/1977.

3. In toep. op een hall (van een gebouw). Kuisvrouw voor kuisen van 2 ingangen van app., Gent 19/8/1976, p. 22.

Opm.: In de standaardt. wel in de bet.: plaats waar, opening waardoor men kan binnengaan (in tegenst. tot uitgang), en in de bet.: begin (bij tijdsaanduidingen).

Sam.: ingangsdeur, toegangsdeur, ook: voordeur (Aan de ene uithoek was de grote poort, langs waar de studenten binnentrokken, aan het andere eind een kleine ingangsdeur voor de leraars, CLAES 1950, 32); ingangsexamen, toelatingsexamen (Hij deed ... ingangseksamen voor burgerlijk kondukteur, een diploma dat afgeleverd word na twee jaar ingenieursstudie, Gentenaar 22/5/1977); ingangshall, (toegangshall (Gelijkvloers: ingangshall met trapkast, w.c., grote living, enz., Gentenaar 15/5/1977); ingangskaart, toegangskaart, entreekaart (Touring 7/4/1977, p. 28. De winnende nummers van de ingangskaarten, Mech. 25/5/1978); ingangspoort, toegangspoort (De ingangspoort ... stond uitdagend wijd open, Knack 18/4/1973, p. 29); ingangsticket, toegangskaart, entreekaart (Elke week zullen we telkens 3 ingangstickets overhandigen aan de inzenders van het juiste antwoord, Gent 12/8/1976, p. 19).

< >