Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

expres (express)

betekenis & definitie

1. Sneltrein, inz. voor internationaal verkeer: intercity(trein).

- Zie ook de Opm.

U moet nog weten dat het geen exprestrein is, hij is nl. niet bestemd voor het internationaal snelverkeer, Taalprikjes 70 (1969).

2. (Wegenbouw) Verkorting van expresweg (zie ald.).

Opm.: Bij de spoorwegen in België zijn de gebruikelijke ben.: omnibus, (semi-)direct en expres; in Nederl.: stoptrein, sneltrein en intercity. De term expres(trein) wordt thans uitsl. gebruikt in toep. op buitenl. situaties, bijv. de Oriëntexpres.

Sam.: exprestrein (Wdl.), sneltrein, ook: intercity(trein).

< >