Inz. in ambt. t.: vergadering, (werk) bespreking; in conferentie zijn, zitten, een bespreking hebben, midden in een bespreking zitten (vgl. fr. être en conférence); - ook in meer alg. taalgebruik: bijeenkomst, ontmoeting. Zij deed hem teken dat ook Frieda naar de conferentie ging, VAN REMOORTERE 1965, 193.
De tijd van stoofvleesfrituren in Antwerpen is voorbij sedert Koning Voetbal in de metropool van de troon gestoten is. Antwerpen, door de jaren heen het logische, haast natuurlijke slagveld voor de conferentie van noord en zuid speelt niet meer mee, nu zelfs al niet meer als podium, Laatste Nieuws 20/11/1980.
Opm.: In de standaardt. wordt conferentie wel gebruikt voor een bijeenkomst van diplomaten, zakenlieden enz., maar niet voor een werkbespreking in een bedrijf e.d.; vand. vredesconferentie, ronde-tafelconferentie enz.