Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

apejaren

betekenis & definitie

Periode vóór de eigenlijke puberteit, waarin opgroeiende kinderen zich vlegelachtig gedragen, vlegeljaren; vooral in de verb. in de apejaren zijn, ook fig.: (nog) onvolwassen zijn.

Ernest Claes deelt zelf zijn jeugd in twee onderscheiden periodes in: de vlegeljaren die de eerste kommunie voorafgingen; de apenjaren, die de eerste kommunie volgden, BONI 1948, 60.

Of die met bengels zitten uit de grotere school met honderd en één vragen, of met tieners in de apejaren met hun wisselende stemmingen, Vrouw en Wereld nov. 1976, p. 20.

< >